“Ik ben denk ik in de maakindustrie geboren”, zegt Jan Aalberts glimlachend. De oud-CEO en oprichter van Aalberts Industries scheen zijn licht over de toekomst van de maakindustrie tijdens de officiële opening van TechniShow 2024 in de Utrechtse Jaarbeurs. “Het eerste wat ik moest doen was het leren van het slijpen van een eensnijder. Bij de heer De Ridder. Die begon een groothandel en die staan hier nog steeds op de TechniShow.”
Alsof de geschiedenis zich herhaalt, vertelde Aalberts over zijn eerste bedrijf, in de buurt van Venlo. “Toen was ik 28 en hadden we tachtig mensen in dienst. We verdienden geld. We hadden een omzet van 4 miljoen gulden (ongeveer 1,8 miljoen euro, red.). Vijf jaar later verdienden we met dezelfde mensen 8 miljoen gulden (ongeveer 3,6 miljoen euro, red.). Hoe kan dat? Dat kwam door verandering van het machinepark, we deden meer en meer automatisch. Hier en daar zelfs onbemand. Toen was er al een proces van vernieuwing en verbetering. Maar we kregen wel problemen met het krijgen van mensen.”
Luisteren
Zijn bedrijf groeide en om zijn werknemers tevreden te houden, kocht de onderneming een stuk grond en bouwde er huizen op. Die konden de werknemers kopen. Op deze manier lukte het Aalberts om de mensen bij zijn bedrijf betrokken te houden. “Het is niets nieuws. Het gebeurde toen en het gebeurt vandaag de dag. Heel veel dingen van vandaag zijn al gebeurd. Het is niet slecht om naar het verleden te luisteren, want het verleden komt vaak terug. Maar in een andere vorm”
Ook economische malaise kende Aalberts. Hij haalt de jaren 2007-2009 aan, toen de economie instortte en de orders wegvielen. Met pijn in het hart heeft hij 1800 van de 10.000 werknemers wereldwijd moeten laten gaan. Maar ook hier geldt: dat is niets nieuws. “Het was recessie. En in de komende jaren krijgen we gegarandeerd een nieuwe recessie. Prepareer je daarop en hou er rekening mee dat je stappen kan ondernemen om de continuïteit van je bedrijf te waarborgen. Het grootste probleem daarin? De banken. En de overheid. Dat zijn risicovolle instituten waarmee je rekening moet houden.”