Pagina 523 in de digitale versie van het boek Focus. Hijink gaat terug naar 2018 en schrijft over de Brainportregio. ‘Deze club probeert een vuist te maken voor extra steun van het Rijk. Burgemeesters en bedrijven lopen daarvoor de deur plat in Den Haag, maar de high-tech maakindustrie onder de rivieren krijgt geen structurele hulp. Onterecht, vindt Brainport, want in Brabant wordt meer geïnvesteerd in onderzoek dan in de Randstad. De toegevoegde waarde per inwoner is rondom Eindhoven bovendien hoger dan in Rotterdam of Amsterdam. Dat is grotendeels te danken aan ASML en zijn netwerk van toeleveranciers.’
Maar Den Haag luistert niet. De regering lijkt geen idee te hebben wat er in de regio Eindhoven gebeurt. “Het zijn twee gescheiden werelden”, zegt Hijink. “Dat komt van twee kanten. ASML zit niet op bemoeienis te wachten. En in Den Haag dachten ze dat Nederland geen chipindustrie heeft. Maar in Korea en Taiwan, de landen met chipfabrieken, kent men ASML wel degelijk. En ook in de Verenigde Staten sijpelt de bekendheid van ASML door. Maar de interesse in Den Haag ligt bij de dienstensector en bij het vergeefse behoud van Unilever en Shell voor Nederland. En het is een ingewikkeld onderwerp, dan gaan de luiken in Den Haag snel dicht.”
Frankenstein
Hijink volgt ASML sinds 2009 voor NRC en mocht meerdere jaren achter de schermen kijken bij het Veldhovense bedrijf, diens vestigingen in Azië en de VS, en bij de toeleveranciers. Dat levert een opmerkelijk boek op, een reis door de wereld van ASML. De focus van het bedrijf is namelijk zowel de kracht als de zwakte ervan. Alles moet wijken voor de heilige graal: de machine. Als dat betekent dat andere aspecten van de bedrijfsvoering minder goed of zelfs helemaal niet functioneren, dan is dat maar zo.
Als je namelijk een EUV-machine kan maken, dan kan je toch alles wel? Dus dingen die er niet bij horen, zijn eigenlijk niet interessant. Dat werkt wellicht voor technici, maar niet voor de ondersteunende organisatie. Daar is een andere werkcultuur. Hijink haalt het langlopende project ‘ONE’ aan, bedoeld om het voorraadbeheer te verbeteren. Het ERP-systeem stamde nog uit de tijd van de millenniumbug. Het was niet direct gelieerd aan het bouwen van een machine, dus ASML liet het jaren stilliggen. ‘Sindsdien leeft ‘Frankenstein’, zoals Peter Wennink het voorraadsysteem noemt, voort. Het zwalkt op klompvoeten rond, bij elkaar gehouden met bouten, moeren en onduidelijke knoppen’, schrijft Hijink.
Ook toeleveranciers merken dat de EUV-machines wel heel centraal staan. Als in juli 2021 alle opslagplaatsen en magazijnen zijn samengevoegd in één complex, genaamd 5L, gaat het mis. Het nieuwe logistieke centrum is een drama. Chauffeurs van toeleveranciers staan vloekend in de rij, verpakkingsmateriaal is nauwelijks aanwezig. Het is een grote chaos. De knappe koppen die machines maken, blijken aanzienlijk minder goed in hun logistieke taken.
Relatie
“De eerste zorg van toeleveranciers is het op tijd aanleveren bij ASML. En de hoop dat je de waanzinnige groei van ASML kan bijbenen. Een zware taak, want je moet bij wijze van spreken dertig verschillende orders aankunnen, met soms tegengestelde eisen. En daarnaast moet je als toeleverancier ook nog eens de technische skills in huis halen om te voldoen aan de eisen van je belangrijkste opdrachtgever. ASML is voor toeleveranciers de klant die je begeert en vreest.”
ASML heeft een enorm aanjagende werking. Niet alleen als het om de kwantiteit gaat. Er is ook een kwaliteitsimpuls, waarbij veel verantwoordelijkheid rond modules wordt uitbesteed. Kennis is de belangrijkste bottleneck, zegt Hijink. “ASML kiest er voor om op belangrijke terreinen een nauwe vertrouwensband met de leveranciers op te bouwen en te single-sourcen. ASML schat in dat de risico’s daarvan kleiner zijn dan de meerwaarde. Vergelijk het met een relatie tussen mensen. Als je een diepgravende relatie met een persoon wilt opbouwen, kan je niet volgend jaar een diepgravende relatie met een ander aangaan.”
Grillig
Wat in ieder geval duidelijk is voor Hijink, is dat AMSL voor de hele maakindustrie zowel een zegen als een vloek is. Of, zoals hij het schrijft: ‘Voor kleinere toeleveranciers is ASML de klant die je begeert en vreest tegelijk. Het is een grillige afnemer die je bedrijf tot grote hoogtes kan opzwepen, maar daar veel voor terugvraagt.’ Hijink vertelt: “Bij sommige kleinere toeleveranciers hoorde ik dat ze eigenlijk minder voor ASML zouden willen doen. Ze prijzen hun eigen klanten er een beetje uit en willen niet al te afhankelijk worden van ASML. En de vraag is niet alleen of je wel wilt werken met ASML, maar ook of je het wel kunt. Zijn er mensen en machines beschikbaar?”
Ook in Veldhoven realiseren ze zich goed dat ze een flinke wissel trekken op de Europese productietechnologie. De wens (en de strategie) is dan ook dat toeleveranciers niet voor meer dan 40 procent van hun omzet afhankelijk mogen zijn van ASML. In werkelijkheid is dat zeker niet altijd vol te houden. Sommige bedrijven zijn namelijk toeleveranciers van toeleveranciers en komen zo dus boven de grens uit. Tot slot geldt anders altijd nog ‘nood breekt wet’. Zo was er een leverancier die in 2021 een terugkerende fout van een belangrijk mechatronica-onderdeel niet onder controle kreeg. Het management van die leverancier ging op de schop, op aandringen van CEO-Peter Wennink zelf. Of ASML helpt met geld, zoals bij een kapitaalinjectie bij Zeiss voor het ontwikkelen van de High NA. Tot slot kan ASML ook een overname doen, zoals bij Cymer, dat de lichtbron voor de EUV-machine niet aan de praat kreeg.
Chaos
Wat viel Hijink in de drie jaar dat hij ASML volgde het meest op? “Het kunstje dat ASML als geen ander kan, is industrialiseren. Ze bedenken niet alleen een systeem als een EUV, maar weten het ook zo te produceren dat zo’n complexe machine het altijd doet, onder elke omstandigheid. Zelf heb ik ervaren dat de indruk bestaat dat de mensen van ASML weten wat ze doen. Die indruk is niet altijd terecht. Het bedrijf is nu zo groot dat het zichzelf tegenwerkt. Dat is ook de aard van het beestje. Er is bij ASML een bepaalde mate van chaos nodig om te kunnen excelleren. Dat is een botsende cultuur, waarbij men elkaar op de fouten wijst maar aan het einde van de dag samen een biertje drinkt.”
Zelf verbaast Hijink zich er nog steeds dat het bedrijf hem toegang bood zonder dat hem inhoudelijk een strobreed in de weg gelegd werd. “Elke keer ontvouwden zich nieuwe verhalen. ASML is zo groot en zo dynamisch. We vergeten misschien nog weleens hoe invloedrijk dit bedrijf is in de wereld. Daar krijg je nauwelijks een beeld van, totdat je hoort dat op de afdeling marketing een order van 8 miljard euro wordt getekend. Of kijk naar de exportcijfers van een heel land als Taiwan. De schommelingen daar lopen synchroon met de kwartaalcijfers van ASML. Dat besef dringt nauwelijks door. Zeker niet in Den Haag.”
Het boek Focus wordt uitgegeven door uitgeverij Balans. Via deze link is het boek te bestellen